De man was oud, met groeven in zijn gezicht. Het waren geen groeven van somber. Het waren de groeven van avontuur, van wilde nachten in Peking en Rio de Janeiro. Van vechten met Indonesische piraten en van vluchten voor de Oost-Duitse Stasi.
Zijn stem was geschuurd door de whiskey, maar vandaag was hij helder. “De meisjes lopen er niet warm meer voor,” constateerde hij, “ze vinden me nu toch echt te oud. Ze weten niet eens meer wat de MI-6 is. Vroeger had ik er minstens drie om me heen. Maar nu, ze vinden me te oud.”
Hij draaide op zijn stoel. De barvrouw waste de glazen.
“Maaike, mag ik een koffie van je?”
Ze knikte, wilde de thermoskan al pakken.
“O nee,” schuurde de man kneukelend, “maak er eigenlijk toch maar een whiskietje van.” En mijmerend voor zich uit: “Waarom sober blijven? De meisjes lusten me toch niet meer.”
Reacties