In goed Nederlands zou je ze ‘opgeschoten jongelieden’ noemen. De meeste trampassagiers vonden het een stel irritante rotpubers. Psychologen zouden zeggen dat ze hun grenzen in het publieke domein aan het verkennen waren. De mensen die bij ze in de buurt zaten, wensten dat de jongens daarmee ophielden.
De vier jongens waren te hard met elkaar aan het praten, nog harder aan het lachen, dronken blikjes cola, lieten vette boeren en keken brutaal terug naar iedereen die een boze blik waagde te werpen. Ze waren hun leraren aan het evalueren.
“Meester Johan, dat is echt een ssssúkkel!” riep een wat mollige jongen met een huidprobleem. “Hij denkt dat ‘ie tof is, mister jopie-popie, maar iedereen vindt hem een uitslover.”
De anderen konden dat alleen maar beamen.
“Haha meester De Vries dan, met z’n nieuwe kapsel. Ik heb nooit zo moeten lachen, echt!” zei een ander, een slungel met zelf een wat merkwaardige, plukkerige haardos.
“En meester Hogeweert, dat is écht een nazi. Je mag niks zeggen of je wordt er al uitgestuurd,” zei de wat mollige jongen weer. Na deze mededeling nam hij een teug van zijn cola, de laatste, en gooide het lege blikje op de grond.
Een man die een paar stoelen verderop zat, draaide zich om en begon zich ermee te bemoeien. “Raap je dat even op?”
De groep jongens keek hem verbaasd aan. De jongen die het blikje op de grond had gegooid voelde zich sterk in de groep en was niet van plan zich de les laten lezen.
“Nee, doe het zelf man.”
De overige trampassagiers spitsten hun oren, benieuwd hoe dit af zou lopen.
“Ik zei, raap je dat even op?” herhaalde de man.
“Nee man, no way!” zei de mollige jongen.
De man pakte zijn portemonnee, vouwde hem open en liet hem zien. “Ik ben politieagent en jij raapt nu dat blikje op.”
Morrend stond de jongen op en pakte het blikje, dat inmiddels een stuk de tram door was gerold, op. De andere jongens zeiden niets.
De man borg zijn portemonnee op en draaide zich weer om. De jongens moesten grinniken en scholden de man uit, maar wel zo zacht dat deze alleen kon vermoeden waar ze het over hadden.
Een paar haltes later stapte de man uit. Zodra de deuren dicht waren, belandde het blikje weer op de grond. Al snel waren de jongens weer op hun oude volume aan het praten. Maar zo gezellig als het eerst was, werd het niet meer.
Reacties