Wat doe ik hier in deze vale kroeg? Live muziek is leuk, maar deze niet. Meneer, uw sigaar is lekker, maar niet als u hem rookt. Mevrouw, uw truitje is geil, maar niet als u hem draagt.
Een jamsessie met amateurs, in de Malo Meloe of hoe heet het hier. Wat een gruwelijke bak herrie. Mooi? Muziek? Nee, dat hoeft niet.
Veel. De scheurende klanken van de gitaar, de beukende dreunen van het drumstel, dat is het. Daarom staan we hier. U heeft er maar mee te leven.
Ze spelen op een soort vloerkleedje, en als ik me voorstel hoe ze op dat tapijtje over de polder zweven, terwijl ze zonder een spier te vertrekken de blues spelen, ja, dan krijgt het ineens wel wat. Ook omdat de akoestiek in het vrije zwerk wat minder oorversuizend is.
Het gebrek aan talent van de gitarist doet raden naar waar hij wél geld mee verdient. Gelijk een echte rocker is hij altijd te laat. Er staan mensen geïrriteerd te wachten voor de bibliotheek. Met de blik van iemand die zich beter weet dan dat grut, draait hij de deur open naar kennis die hem worst zal wezen.
De inmiddels opgesnorde blikmuziek, die voelt als vilt na steen, vult de pauze. De drummer heeft zijn prinses gevonden, het meisje met het pronte buikje, die wat te uitbundig lacht na een kwinkslag van deze of gene.
Plots dacht ik, omziend naar de voornamelijk middelbare mannen met afwisselend rookwaar en biertjes aan hun verzuurde lippen, zouden dit de burgers zijn waar onze vertegenwoordigers in het parlement zo dikwijls van reppen? Zouden zij die beruchte burgers zijn, die ontevreden zijn over het bestuur in dit land en zweven tussen partijen, die zij allemaal maar één pot nat vinden?
Kul. Er daalde een warmte op me neer en ik dacht niets meer, voelde slechts de dampen om me heen en dreef op proefgepingel, mensenpraat en sigarengeur. En de ambitie om over driehonderd jaar nog voort te leven in de Handelingen der Staten-Generaal vergleed in de Maloe Melo, die blueskroeg aan de Lijnbaansgracht.
Reacties