Hee, die jongen met die iPod, was dat niet Vincent? Ik ging wat sneller fietsen totdat ik naast hem reed. Toen riep ik, extra hard om boven de uit zijn iPod schallende muziek uit te komen: ‘Hee, Vincent, hee!’
Geschrokken draaide Vincent zich naar me om. ‘Yo! Je hoeft niet zo te schreeuwen!’
‘Sorry, ik dacht dat je iPod…’
Vincent lachte en trok aan het draadje: een los eindje kwam uit z’n jas.
‘Ha!’ riep ik, ‘Opschepper! Je hebt helemaal geen iPod, je doet maar alsof!’
Vincent schudde van nee. ‘Dat is niet om net te doen of ik een iPod heb. Dat is om geen boete te krijgen.’
Ik keek hem niet-begrijpend aan.
‘Ik heb nooit lampjes op m’n fiets, die dingen raak ik altijd kwijt. Maar ik heb ook geen zin in een bekeuring. Dus zodra ik agenten zie staan, draai ik om en fiets ik hard weg. Dat mag, maar een stopbevel mag je niet negeren. Vandaar die oordopjes: dan kan ik dat stopbevel zogenaamd niet horen.’
‘En, werkt het meestal?’
Vincent knikte van ja. ‘Behalve als er een motoragent bij staat.’
Reacties