De jongen had me al enige tijd vanuit het portiek gadegeslagen terwijl ik mijn auto aan het inparkeren was. Ik was uitgestapt, had mijn fiets losgemaakt en wilde wegfietsen.
“Meneer,” zei hij terwijl hij de straat overstak, “u profiteert lekker van gratis parkeren hè?”
Dat kon ik niet ontkennen. “Jazeker,” zei ik, “waar moet ik anders parkeren?”
Daar was hij het, aan zijn reactie te zien, wel mee eens. En echt schuldig kon ik me niet voelen, omdat hier altijd plek was: het was niet zo dat ik het plekje van iemand anders inpikte. Ze gaan daar nu binnenkort ook betaald parkeren invoeren. Dan zal ik dus nog verder moeten fietsen.
Goed voor de conditie.
Reacties