Het was druk in de trein.
We stonden met z’n twaalven in het gangetje. Twee meisjes keken af en toe verlegen mijn richting op, en ik keek brutaal terug. Naast mij stonden een jongen en een meisje, die misschien iets met elkaar hadden. Een bozige man stond rechts van mij. En naast de jongen het het meisje die ik zojuist beschreef, stond een jongen met het syndroom van Down. En daarnaast stond zijn moeder. (…)
Laat een reactie achter